Om maar met het laatste te beginnen. Ons onderkomen in de vakantie is altijd onze vertrouwde Albatros. Af en toe afgewisseld met het droogschuttentje als we gebruiken als we alleen maar hoeven te overnachten. Dit jaar het ik noodgedwongen een ander onderkomen moeten aanschaffen. De zon heeft wel zo ongenadig op mijn hoofd staan bakken dat enige bescherming wel op zijn plaats zou zijn. In de viswinkel (zo'n supergrote franse winkel waar geen nee te koop is en altijd een zeeluchtje hangt) kwamen we wel een aardig petje tegen. Normaal heb ik nooit zoiets op omdat het zo zweet. Dit was wel een redelijk alternatief.
Van de activiteiten die we gedaan hebben vond ik het bezoek aan Maison Forte de Reignac toch wel erg bijzonder. Een versterkt woonhuis tegen in in de rots gebouwd.Na een flinke klim komen we op het voorterrein aan. Kopen en kaartje en gaan naar binnen. Ongezien binnen komen was destijds niet eenvoudig, stond men evenwel wel bij de hoofdingang dan waren er vanuit 15 schietgaten en andere punten de wapens op je gericht. Deze woning werd in de middeleeuwen bewoond door de leenheer de Bol van Reignac, die uit het geslacht van de Calvimont de l'Herm. De lijst met bewoners gaat door tot 1952 als gravin de Thy de Milly het huis verkoopt aan dokter Hulin die het tien jaar later aan de stad Bordeaux verkoopt. In december 2005 wordt het weer verkocht aan een inwoner van de Périgord die het na een restauratie open stelde voor bezoekers. Met een nederlandse handleiding hebben we alle kamers en vertrekken van het huis bekeken.
zondag 26 juli 2009
zaterdag 4 juli 2009
Historie daar heb ik niets mee
Mijn eerste plan voor de opdracht van deze week was zo'n oude vierkante koffiemolen van hout. Toen oma van Asperen nog bij oom Marten en tante Yke in het achterkamertje woonde mochten wij altijd wat koffiebonen malen. Je schoof koperen schuifje open en gooide daar wat koffie bonen in en maar draaien met die slinger. Als je klaar was deed je voor een houten laatje open en daar lag de gemalen koffie in. In alle hectiek en drukte van deze week was ik nog niet aan de foto toegekomen. Vanmorgen tussen wat boodschappen in ben ik even naar de Westermolen gereden die meestal zaterdags open is. De (koren)molen dateert uit 1818.
Sinds 1987 is deze eigendom van de gemeente Dalfsen en vanaf dat moment is men bezig met het opleiden van vrijwilligers tot molenaar. Zo blijft de molen draaien en leven. Toen ik op de steenzolder kwam kwam er beweging in de raderen en stapte de molenaar met zijn leerling naar binnen. Ze hadden er zojuist een paar zeiltjes voor gespannen.
Nee, historie daar had hij niets mee maar wel met de techniek. Het is dan ook een indrukwekkend gezicht die zware balken die het frame van de molen vormen. Alles gemerkt en met houten pennen vastgezet. Het grote tandrad (spoorwiel) wat door de wieken in beweging wordt gezet.
In deze molen liggen twee maalkoppels. De beide molenstenen die op elkaar liggen. De groeven in de steen zijn net iets kleiner dan de graansoort die gemalen wordt. Het ene stel is voor koren en het tweede stel is voor mais.
In de vloer van de maalzolder en de steenzolder zijn luiken aangebracht. Daardoor worden de zakken graan naar boven gehezen. Als de zak tegen de luiken komt gaan ze open en zodra de zak erdoor is vallen ze weer dicht. Om het zakken naar boven te hijsen heeft men de luiwerk bedacht. Met een touw kan de molenaar en wiel op een draaiende schijf zakken, op dat moment wordt dan de luias aangedreven die het touw weer netjes oprolt en zo de zak omhoog tilt.
Kom eens een kijkje nemen in de molen of bij één van de molens in de buurt, die houtzaagmolen in Deventer bijvoorbeeld, of de Passiebloem in Zwolle. Recent is de molen van Mansier in Nieuwleusen gerestaureerd. Door de nieuwe strakke balken mist het de sfeer die men in de Dalfser molen wel aantreft.
Sinds 1987 is deze eigendom van de gemeente Dalfsen en vanaf dat moment is men bezig met het opleiden van vrijwilligers tot molenaar. Zo blijft de molen draaien en leven. Toen ik op de steenzolder kwam kwam er beweging in de raderen en stapte de molenaar met zijn leerling naar binnen. Ze hadden er zojuist een paar zeiltjes voor gespannen.
Nee, historie daar had hij niets mee maar wel met de techniek. Het is dan ook een indrukwekkend gezicht die zware balken die het frame van de molen vormen. Alles gemerkt en met houten pennen vastgezet. Het grote tandrad (spoorwiel) wat door de wieken in beweging wordt gezet.
In deze molen liggen twee maalkoppels. De beide molenstenen die op elkaar liggen. De groeven in de steen zijn net iets kleiner dan de graansoort die gemalen wordt. Het ene stel is voor koren en het tweede stel is voor mais.
In de vloer van de maalzolder en de steenzolder zijn luiken aangebracht. Daardoor worden de zakken graan naar boven gehezen. Als de zak tegen de luiken komt gaan ze open en zodra de zak erdoor is vallen ze weer dicht. Om het zakken naar boven te hijsen heeft men de luiwerk bedacht. Met een touw kan de molenaar en wiel op een draaiende schijf zakken, op dat moment wordt dan de luias aangedreven die het touw weer netjes oprolt en zo de zak omhoog tilt.
Kom eens een kijkje nemen in de molen of bij één van de molens in de buurt, die houtzaagmolen in Deventer bijvoorbeeld, of de Passiebloem in Zwolle. Recent is de molen van Mansier in Nieuwleusen gerestaureerd. Door de nieuwe strakke balken mist het de sfeer die men in de Dalfser molen wel aantreft.
Abonneren op:
Posts (Atom)